Opdracht 7 – Vagus reset dag 1

De nervus vagus

De nervus vagus is de 10e van de 12 hersenzenuwen die we hebben. Hersenzenuwen sturen onze meest belangrijke functies aan om te overleven of vangen cruciale signalen op. Ze zijn vroeg in onze evolutie ontwikkeld en gaan daarom automatisch zonder dat we hier direct bewust van zijn, waardoor het ook niet op een directe wijze beïnvloed kan worden. Daarom zullen we in deze opdracht een indirect weg vinden om van de automatische processen bewust te worden en wanneer dat gelukt is, is het mogelijk om er invloed op uit te oefenen.

De nervus vagus is een hersenzenuw die een complexere functie heeft dan de andere hersenzenuwen. De zenuw kan namelijk zowel signalen ontvangen als sturen. De functie is voornamelijk het regelen van de lichaamsprocessen wanneer het lichaam in rust verkeerd. Het sturen en ontvangen van signalen voor de hartslag, bloeddruk, spijsvertering, longen, maar ook de stembanden, keelspieren, gehoorgang en vrijwel alle buikorganen hebben met de nervus vagus te maken.

Ook de invloed op andere hersenzenuwen wordt veroorzaakt door de nervus vagus. Wanneer de nervus vagus niet optimaal functioneert, is dit terug te vinden in hersenzenuw 5, 7, 9 en 11. Interessant ook om dit lijstje er even bij te pakken of je kunt herkennen of dit bij jou het geval is:

Hersenzenuw 5, nervus trigeminus:
Zorgt voor het gevoel van het gelaat en de kauwspieren. Tintelingen of gevoelloosheid in het gezicht of pijn in de kaken of tanden komt voor wanneer er geen optimale situatie is. Ook stuurt deze zenuw de kaakspieren aan zoals de m. Masseter en de m. Pterygoideus, spieren die betrokken zijn bij kaakpijn, tandenknarsen en tinnitus.
Hersenzenuw 7, nervus facialis:
Verzorgt de gelaatspieren en is dus goed te herkennen aan het uiterlijk van iemand. Wanneer je wat witjes ziet, een minder open gelaat dan normaal of een hangend gelaat wijst dat op deze zenuw (vaak door toedoen van de nervus vagus). Ook smaakgewaarwording, de kaakspieren net als hersenzenuw 5 en een klein spiertje in het middenoor die het trommelvlies instelt. Naast dus kaakpijn en tinnitus, heeft deze zenuw ook te maken met hyperacusis.
Hersenzenuw 9, nervus glossopharyngeus:
Zorgt voor smaaksensatie (vooral achterste deel van de tong) en stuurt de spieren aan in de keel. Wanneer je dus minder een bittere of zure smaak kunt proeven of moeit hebt met slikken, dan kun je aan deze zenuw denken.
Hersenzenuw 10, nervus vagus:
Zoals eerder benoemd heeft deze meerdere functie voor de rust-processen van het lichaam. Hier gaan we verder nog dieper op in, maar alvast een concreet voorbeeld zou zijn de hartslagvariablitieit en hartslagcoherentie: Hartslagvariabiliteit: Het vermogen van de hartslag om te veranderen wanneer er veranderingen in of om het lichaam plaatsvindt. Wanneer de hartslag zich niet snel kan aanpassen en elke hartslag als een metronoom op elkaar opvolgt zonder variatie, dan is dat een teken dat de nervus vagus niet optimaal presteert.
Hartslagcoherentie: Is het aanpassingsvermogen van de hartslag op de ademhaling. Wanneer je inademt gaat je hartslag sneller, wanneer je uitademt gaat je hartslag langzamer. Als dit niet synchroon loopt duidt dit op het niet optimaal functioneren. Dit zou je kunnen meten met een hartslagmeter zoals Fitbit of Applewatch.
Hersenzenuw 11, nervus accessorius:
Deze zenuw stuurt twee hals/schouderspieren aan, de m. Sternocleidomastoideus (loopt van de bovenkant van je borstbeen naar achter je oor) en de m. Trapezius (de Monnikskapspier, de meest prominente spier tussen de schouder en nek). Wanneer deze vaak gespannen zijn, of wanneer de ene kant meer gespannen is dan de andere kant, heeft dit te maken met hersenzenuw 11. Deze spieren hebben ook een sterke relatie met hoofdpijnklachten.

Voor nu eerst een filmpje om je nervus vagus te activeren.

De 3 staten van de nervus vagus
De nervus vagus wordt ook wel de zwervende zenuw genoemd. Dit komt omdat de zenuw meerdere vertakkingen heeft en ook meerdere functies. Om te beginnen het eerdergenoemde versturen en ontvangen van signalen. Daarnaast is het betrokken bij zowel het sympathische zenuwstelsel (vechten, vluchten of bevriezen) en het parasympatische zenuwstelsel (ontspanning, rust en herstel). Dagelijks komen we in deze verschillende staten terecht, afhankelijk van welk deel is geactiveerd. Het onderscheid gaan we maken tussen deze staten zodat we deze ook in het dagelijks leven kunnen herkennen, weten hoe we daar zijn gekomen en wat we kunnen doen om in de gewenste staat terecht te komen.

Ventrale vagus – Rest, digest, recover & interact
Wanneer de ventrale (voorste) tak van de nervus vagus actief is, dan staat het lichaam in de meest optimale stand wanneer onze omgeving veilig is. Het lichaam kan rusten, verteren en herstellen. Het gevoel van controle staat hier voorop, dit merk je vooral aan een diepe ademhaling, gereguleerde hartslag en stabiele bloeddruk.
Het sociale interactie systeem is in deze staat actief. Dit heeft een belangrijke rol gespeeld in onze evolutie omdat we als groep elkaar nodig hebben gehad om te overleven. Nu is de interactie met anderen nog steeds een cruciaal onderdeel van ons leven. Wanneer het interactie systeem aan staat, kunnen we interesse tonen naar anderen, in gesprekken verbinden en ons afsluiten voor afleidingen.

Sympatische staat – Fight, flight
De sympatische staat van het lichaam, wil eigenlijk zeggen dat je klaar bent voor actie. Dat kan ook in de vorige (ventrale) voorkomen, maar deze staat wordt gekenmerkt door het gevoel van onveiligheid. Continu alert en het gevoel van angst dat zorgt voor een hoge hartslag en snelle ademhaling. Doordat adrenaline steeds maar weer vrijkomt is het moeilijk om stil te blijven. Ergens houdt het voor je gevoel wel op de been, als je immers maar door blijft gaan, worden de dingen die afgemaakt moesten worden wel gewoon gedaan. Wel heb je door dat dit niet heel duurzaam is, want de focus voor de taken is ver te zoeken.
Je omgeving voelt gevaarlijk, chaotisch of onvriendelijk. Je hebt het gevoel jezelf te moeten beschermen. Je bent daardoor wat prikkelbaar en chagrijnig naar je omgeving toe en bijt van je af zonder dat daar een echt goede reden voor is. Of, wanneer die reden er wel toe is, dat je reactie onnodig heftig is.
Chronisch in deze staat zorgt voor stijging van je bloeddruk, krijg je problemen met het verteringsstelsel, is goed slapen lastig, komt hoofdpijn, duizeligheid en oorsuizen vaak voor, zijn je spieren continu gespannen, zitten vol triggerpoints en ben je extra gevoelig voor het oplopen van een verkoudheid of ziekte omdat het immuunsysteem minder goed functioneert.

Dorsale vagus – Freeze, shut down
De dorsale (achterste) tak van de nervus vagus is evolutionair gezien de oudste en meest primitieve tak. Wanneer alle andere systemen en strategieën niet voor het juiste resultaat zorgen of wanneer deze falen, wordt deze achterste tak actief en raak je in een bevroren staat, je slaat dicht en daarmee geïsoleerd van de buitenwereld. Enorm handig in bedreigende situaties, omdat dit de focus legt op het overleven en de vitale functies in stand kan houden.
Wanneer je in deze staat terecht komt (in meer of mindere mate mogelijk) herken je dit aan het gevoel van hopeloosheid en verlatenheid. Je gedachten en geheugen is mistig, je bent te moe om na te kunnen denken, laat staan om actie te ondernemen. Uit bed komen in de ochtend is lastig in deze staat en jezelf verzorgen heeft geen prioriteit.
Chronisch in deze staat verkeren zorgt voor daling van je bloeddruk, kun je overgevoelig raken voor pijn, kun je last krijgen van geheugenverlies, zijn er problemen in het verteringsstelsel en kun je gewicht aankomen.

Opdracht:
Ga eens bij jezelf na, wanneer zit ik nu in welke staat van de nervus vagus. Wanneer je je hierop gaat focussen ga je bij jezelf merken dat sommige gedragingen te koppelen zijn aan deze verschillende standen. We bewegen gedurende de dag ook continu tussen deze verschillende standen en zullen dus nooit een hele dag in een ventrale vagus staat verkeren. Hieronder volgt een voorbeeld, maar de opdracht luidt:
Ga morgen op pad met een opschrijfboekje of notitie-app paraat. Schrijf de verschillende situaties die je de dag beleefd op en koppel dit met waar jij denkt in welke vagus stand je op dat moment verkeerd.

Wanneer je hebt opgeschreven dat je van een ventrale vagus naar een dorsale vagus bent gegaan, ga dan nog eens extra na hoe je daar bent gekomen. Een dorsale vagus stand kun je alleen bereiken door langs de sympathische staat heen te gaan. Je kunt het zien als een hiërarchie waarbij de ventrale vagus bovenaan staat, sympathische staat in het midden en de dorsale vagus onderaan.

Voorbeeld 1:
Je rijdt ‘s ochtends naar werk, luisterend naar een inspirerend luisterboek of podcast. Je hebt zin in de rest van de dag (ventrale vagus). Opeens rijdt er een ambulance achter je en je wijkt snel uit (richting sympathische staat), maar ziet een andere auto over het hoofd. Het gaat allemaal maar net goed, je voelt dat je hartslag sneller gaat en je voelt alsof je iemand hebt boos gemaakt door een andere auto af te snijden (sympathische staat). Het gevaar is geweken en je rijdt weer rustig verder (richting ventrale vagus). Wanneer je op werk bent aangekomen ben je eigenlijk al lang vergeten wat er net is gebeurd (ventrale vagus).

Voorbeeld 2:
Je hebt vrienden langs om te komen eten en het is leuk ze weer eens te zien en te spreken (ventrale vagus). Het gesprek gaat over de vakantie en je begint jezelf te vergelijken met je vrienden. Je begint je boos te voelen dat je niet een vakantie kan betalen of dat je uren het niet toelaten dat ook te doen (sympathische staat). Je zit achterover en laat het gesprek verdergaan, maar je bent zelf alleen nog aan het observeren (richting dorsale vagus). Je vrienden betrekken je ook steeds minder in het gesprek en je voelt je alleen gelaten (dorsale vagus). Je gaat met hetzelfde gevoel naar bed en de volgende dag kun je amper je bed uit komen (nog steeds dorsale vagus). Toch lukt het je uit bed te komen en te douchen en om te kleden (iets meer energie, richting sympathische staat). Je bent laat voor de afspraak en dat heeft de nodige gevolgen waar je flink door getriggerd wordt (sympathische staat). Je besluit dit nooit meer te laten gebeuren en hebt allerlei ideeën gekregen wat je kunt doen om meer waarde te geven aan de klant (richting ventrale vagus). Je bespreekt de ideeën met een collega en samen brainstormen jullie over een nieuwe richting of dienst in het bedrijf (ventrale vagus).